Category:

Richard Wagner

december 19th, 2014 by

De invloed van Richard Wagner op de kunst, cultuur en politiek van onze eeuw is zó groot, dat hij een peetvader van de twin­tigste eeuw mag worden genoemd. Deze man, al tijdens zijn leven bewonderd en verguisd, is ook nu nog een van de meest omstreden kunstenaars.

Wagner had zich één levensopgave gesteld: verlossen. De maatschappij moest worden verlost van industrialisering en geldzucht, en ook de kunst moest verlost worden van beide hebbelijkheden en van de dreiging dat ze zou verworden tot amusement voor verveelde mensen. Het theater moest worden bevrijd van de noodzaak om te functioneren als een commercieel bedrijf. De mensen zelf moesten enerzijds verlost wor­den van hun begeerte naar macht en geld en anderzijds zou hun een nieuwe kunst en nieuwe religie moeten worden geschonken.

Wagner zelf was er diep van overtuigd dat hij dit geschenk zou moeten scheppen: muziekdrama’s – als de ultieme kunst – met een verlossende macht. En ontegenzeggelijk hebben zijn opera’s een betoverende kracht en creëerde hij met zijn muziek een nieuwe taal die ons mee wil voeren naar ongekende inzichten en diepten van het menselijk bestaan. Der Ring des Nibelungen is een geniale­ expressie van zijn ideeën over kunst, mens en wereld. In vijftien uur opera ervaart het publiek zijn onuitputtelijke mythe over liefde en macht, de corruptie van de wereld en de redding door liefde en schoonheid.

Een briljant componist zijn, was Wagner echter niet genoeg. De priester-kunstenaar verkondigde ook als religie een wonderlijk – en niet ongevaarlijk – mengsel van christendom, antisemitis­me en Deutschtum. In Bayreuth had hij een theater laten bouwen waar uitsluitend zijn – tot religie verheven – kunst zou worden uitgevoerd.

Bij de opening van zijn Festspielhaus in augustus 1876, werd voor het eerst de volledige Ring gespeeld. Wagner was god, het Festspielhaus zijn tempel, zijn opera’s waren de liturgie en zijn leer werd verkondigd in zijn boeken als ook in de Bayreuther Blätter.

Onze maatschappij verschilt niet wezenlijk van die in Wagners tijd. Zijn kritiek op de kunst als amusement, het theater als commercieel bedrijf en de samenleving als beneveld door geldzucht is nog steeds actueel. En ook het mensenlot is niet wezenlijk veranderd — het verlangen naar verlossing bestaat nog steeds.

Maar wat moeten wij met Wagners pretentie dat Der Ring des Nibelungen ons kan helpen? En wat is de waarde van zijn ideeën over kunst, religie en maatschappij? Kan kunst verlossen? Waarom zou elk weldenkend mens – ook al houdt hij niet van opera, laat staan van die van Wagner – zich toch moeten verdiepen in diens gedachtengoed en artistieke nalatenschap? Het antwoord is dat de Wagneriaanse erfenis het hart vormt van een fundamentele twintigste-eeuwse problematiek: waar moet de mens de zin van zijn bestaan zoeken?

Sinds de Verlichting, dat wil zeggen sinds het wegvallen van de vanzelfsprekende rol die de godsdiensten in de maatschappij vervulden (moraal, verlossingsperspectief) is deze vraag, zoals een ieder weet, een open vraag. Wellicht heeft Nietzsche het meest eerlijk antwoord gegeven door te concluderen dat als God niet bestaat, er ook geen zin of verlossing is. Maar ook Nietzsche was realistisch genoeg om te voorzien dat mensen met dit nihilistische perspectief niet konden leven en op zoek zouden gaan naar ‘surrogaten van God’: sciëntisme, rationalisme, hedonisme, nationalisme, holisme, socialisme, marxisme, antisemitisme, nazisme, liberalisme, kapitalisme etc.: aan alternatieven geen gebrek.

Onze tijd, wijzer geworden door de vaak vernietigende consequenties van bovengenoemde ideologieën, heeft weer meer vertrouwen in de oudste weg naar het ware en goede via de schoonheid en de kunst. De paradox van Wagner is dat hij in de moderne tijd enerzijds een van de belangrijkste voorvechters was van de kunst als wegwijzer in het menselijk bestaan en anderzijds is hij de man die de kunst het meest in diskrediet heeft gebracht. De schoonheid van zijn werk, de weg waar het ons heen wil leiden, is op zijn minst verdacht. Zo lijkt Wagner Plato’s mening te bevestigen: de kunstenaar is niet te vertrouwen, de schoonheid van een werk kan ons leiden naar het goede, maar kan ons evenzeer verleiden tot het kwaad.

Wagner is een geniaal kunstenaar en zijn kunst is bij uitstek dubbelzinnig. Misschien is hij schuldig, misschien ook niet. Belangrijker is het inzicht dat wij dankzij hem inzicht kunnen krijgen in het wezen van de kunst, de mens en onze maatschappij.

Aanbevolen

Spotify playlist van Richard Wagner

 

Gustav Mahler

december 19th, 2014 by

‘Gustav Mahler was meer dan een groot kunstenaar. Hij was een man met een missie. Daarom moest hij wel zijn eigen weg gaan. Wagner noch Nietzsche kon hij volgen. Mahler zocht in deze wereld God, hij zocht het goddelijke in mensen, het eeuwige in het vergan­kelijke. Hij heeft meer dan menig ander de tragiek van het bestaan ervaren, maar geloofde in verlossing, in een eeuwig voortbestaan. Hij heeft de engel des doods ontmoet, maar vertrouwde altijd op de engel der liefde.

En al zijn symfonieën zijn niets anders dan werelden, vereeuwigde werelden van schoonheid waarin hij dit alles tot expressie brengt, opdat ook wij hiervan weten, geraakt worden, opgenomen, ons verheffen. Hij wilde niets anders dan dat door zijn muziek, ondanks de zwaarte van ons bestaan, de zon zou doorbreken. Dat is de macht van de schoonheid. En er is geen ware schoon­heid zonder eeuwigheid, er bestaat geen schoonheid zonder liefde, liefde voor het leven.’

De Achtste symfonie van Mahler is  een verklanking van de mens, de geestelijk strevende mens die door de goddelijke genade uit zijn lijden wordt verlost. Maar Mahler was joods genoeg om te beseffen dat God mensen nodig heeft. Hij had niets met religieuze dogma’s en verwierp tegelijkertijd de leegte van het nihilisme en het hedonisme. Vandaar dat hij zijn Achtste symfonie zo heeft gecomponeerd dat de expressie van geloof in het eerste deel en de expres­sie van het mens-zijn in het tweede deel samenvloeien tot één geheel; mens en God die op elkaar zijn aangewezen.

Een eeuw na het overlijden van Mahler is het meer dan ooit de hoogste tijd om recht te doen aan wat voor Mahler zelf het belangrijkste was: het stel­len van de metafysische vragen, de ultieme vragen over mens, kunst en God. Want alleen door het stellen van deze vragen kunnen we een antwoord vin­den op de vraag: wat is de betekenis van de muziek van Mahler – voor ons?

Op de vraag wat Mahler bezielde, is het antwoord: alles! Hij verklankte bergen, bloemen, vogels, de aarde, de kosmos, de hemel, leven, dood, leven na de dood. Maar bovenal is het de mens in al zijn grootheid en tragiek die hij tot expressie brengt; onze ervaringen van liefde en geluk, verlies en pijn, verslagen, onthecht, verheven zijn.

Leven is vragen stellen, de grote vragen stellen, omdat we, zoals Mahler schreef aan een vriend die vroeg naar de betekenis van zijn Tweede symfonie, zonder een antwoord op onze levensvragen niet verder kunnen leven. En zo heeft elk tijdperk een eigen cultuur, een eigen mens- en wereldbeeld waarin een pogen tot een antwoord tot uitdrukking komt.

Ooit schreef Mahler aan zijn leerling Bruno Walter: ‘Merkwaardig! Wanneer ik muziek hoor, ook tijdens het dirigeren, hoor ik vaak een duidelijk antwoord op al mijn vragen – ervaar ik helderheid en zekerheid. Of eigenlijk, ik ervaar heel duidelijk dat er in zijn geheel geen vragen zijn.’

Aanbevolen

♫  Spotify playlist van Gustav Mahler

Nexus 59, De laatste vragen van Gustav Mahler

 

Arnold Schönberg

december 19th, 2014 by

Kunstenaars zijn profetische mensen wanneer zij in hun werk ons de waarheid tonen, de consequenties ervan voor onze werkelijkheid, de vragen waarmee wij geconfronteerd zullen worden. En omdat elke tijd om zijn eigen stijl vraagt om waarheid tot uitdrukking te brengen, scheppen zij daartoe een nieuwe tal. Dat het decennia, een eeuw, soms zelfs langer kan duren voordat wij dat kunstwerk weten te waarderen, mag een indicatie zijn hoe zwaar het valt waarheid te onderkennen en een nieuwe taal te leren verstaan.

Arnold Schönberg heeft zijn hele leven moeten ervaren dat zijn streven naar ware kunst niet op de gunst van het publiek kon rekenen. Als er al publiek kwam bij de uitvoering van zijn werk, was het vaak onrustig en was er luidruchtig protest. Ook Mahler moest op een gegeven moment bekennen: ‘Ik begrijp zijn muziek niet, maar hij is jong, welllicht heeft hij gelijk. Ik ben oud, waarschijnlijk heb ik niet meer het oor voor zijn muziek.’

De opera Moses und Aron is de meest indrukwekkende creatie van Arnold Schönberg. Het werk bleef onvoltooid en werd pas na zijn overlijden openbaar gemaakt. Sindsdien zijn er tal van studies over het werk geschreven, maar de opera zelf maakt zelden deel uit van het muziektheater-repertoire. Moses und Aron is blijkbaar te moeilijk voor ons, want de muziek is weinig zinnenstrelend en de inhoud – de hervertelling van een bijbels verhaal – voor ons te vreemd. Wat moeten wij, twintigste eeuwers, met deze opera?

‘Een kunstenaar’, zo schreef ooit de Russische cineast Andrei Tarkovski, ‘kan het morele ideaal van zijn tijd niet tot uitdrukking brengen zonder de diepe wonden ervan te raken en deze aan den lijve te ondervinden.’ Schönbergs Moses und Aron is de samenvatting van zijn leven, de getuigenis van de worsteling met zijn vragen, getransformeerd tot een kunstwerk dat ons een werkelijkheid openbaart die we liever niet willen begrijpen: de onze.

Arnold Schönberg had de Tweede Wereldoorlog willen verhinderen door betekenisvolle woorden te spreken. Hij heeft alles willen doen, zelfs zijn artistieke werk opgegeven, om zijn volk te redden en de gedachte aan de enige, onvoorstelbare, onnoembare God te bewaren. Door zijn mond had de machtige stem moeten klinken die Woord en Daad is. Maar het gebeurde niet. Meer dan een wanhoopskreet om een taal die gehoord en begrepen zal zijn is het slot van zijn levenswerk, het ‘O Wort, du Wort, das mir fehlt’ de echo van ‘Eli, Eli, lama sabachtani – God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten’.

Aanbevolen

♫  Spotify playlist van Arnold Schönberg

Arnold Schönberg, Style and Idea, 1975.

Arnold Schonberg, Wassily Kandinsky, Briefe, Bilder und Dokumente einer aussergewohnlichen Begegnung, 1986.

Charles Rosen, Arnold Schoenberg, 1996.