Leermeesters

Alexander Herzen

Alexander Herzen, een in 1812 geboren Moscoviet, verlaat in 1847 definitief zijn vaderland, dat geregeerd wordt door de despoot Nicolaas I, om zich elders in Europa te wijden aan wat hij als zijn levensopdracht ziet: strijden voor de vrijheid en het recht van ieder op een menswaardig bestaan. Maar Herzen is geschokt door het Europa dat hij aantreft. In april 1850 schrijft hij op zijn hotelkamer in Parijs: ‘Het zichtbare, oude, officiële Europa slaapt niet – het sterft!’

 

Innerlijk verrot, moreel corrupt en slechts overeind gehouden door het gezag van het geweld – zo luidt Herzens diagnose van Europa’s gevestigde machten. Hij sympathiseert met hen die de revolutie prediken, maar hij huivert voor de consequenties van hun ideologische abstracties. ‘Waarom is het geloof in een hemels paradijs dwaas en het geloof in aardse utopieën niet dwaas?’, is een vraag die hij zijn vrienden voorhoudt. Want het enige dat de mens heeft, dat de mens moet hebben, is de vrijheid om zijn leven te leven, er zelf zin aan te geven.

 

‘Wanneer in plaats van de vrijheid het antimaterialistische en monarchistische principe zouden zegevieren, wijst u ons dan een plek aan, niet alleen waar wij met rust worden gelaten, maar waar ze ons niet zullen ophangen, verbranden of vierendelen, zoals dit nu in zekere zin gebeurt in Rome, Milaan, in Frankrijk en Rusland.’

 

Waar geen vrijheid is, kan geen cultuur bestaan, maar waar de cultuur gebannen is, is alle vrijheid betekenisloos en rest slechts willekeur en trivialiteit. De vrijheid die Herzen met hart en ziel wil verdedigen is de vrijheid die individuen tot persoonlijkheden kan vormen, die het de mensen mogelijk maakt om hun ziel te cultiveren en toonbeeld van menselijke waardigheid te laten zijn. Het is om deze vrijheid dat hij in Londen  De Vrije Russische Pers begint en het tijdschrift De Klok opricht. De redactionele doelstelling van dit tijdschrift formuleert hij als volgt:

 

Overal, in alles en altijd aan de kant te staan van de vrijheid, tegen onrecht, aan de kant van de kennis, tegen bijgeloof en geestdrijverij, aan de kant van het tot wasdom komende volk, tegen reactionaire regeringen–- dit zijn onze doelstellingen.

 

Aanbevolen

Alexander Herzen, Feiten en gedachten. Memoires, 1868.