Bespreking in literair tijdschrift Vooys
De politieke relevantie van het beschavingsideaal
Over Adel van de geest en De eeuwige terugkeer van het fascisme van Rob Riemen
(Ingekorte tekst)
Het ware, goede en schone
De oproep om het Europese beschavingsideaal nieuw leven in te blazen, ligt ten grondslag aan de activiteiten die ‘Riemens’ invloedrijke Nexus Instituut organiseert. Toch is Riemens pleidooi anno 2011 allesbehalve vanzelfsprekend. De gedachte dat de mens door cultuur, meer specifiek: de schone letteren, ‘bevrijd wordt van het dierlijke en tot beschaafd mens gevormd wordt’ is sinds de Tweede Wereldoorlog ernstig in diskrediet geraakt.
Cultuurkritiek
Riemens pleidooi wekt, alleen al vanwege de ongebruikelijkheid ervan, hoe dan ook sympathie. Er is een zekere moed nodig om in deze tijd een lans te breken voor de hoge cultuur. Het vergt ook moed om dat pleidooi te gieten in een uiterst persoonlijk, cultuurkritisch essay. Het genre van de cultuurkritiek, dat in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw met boeken als Oswald Spenglers Der`Untergang des Abendlandes, Ortega y Gassets La rebelión de las masas en Huizinga’s In de schaduwen van morgen furore maakte, heeft in onze tijd immers veel aan aanzien en impact verloren.
Dat is een symptoom op zich, de burgerlijke cultuurkritiek was in de twintigste eeuw namelijk hét genre waarin de intellectuele elite zich verzette tegen de afbraak van haar idealen.
Adel van de geest vertoont echter dezelfde urgentie als eerdergenoemde cultuurkritische geschriften. Het boek is geschreven vanuit een diepe, innerlijke overtuiging die je zelden tegenkomt bij een intellectueel. De grootste verdienste van Riemens boek, zijn grote betrokkenheid en innerlijke overtuiging, is bij eerste lezing tegelijkertijd de grootste makke; ik heb me echt over zijn bewogenheid heen moeten zetten om toegang te krijgen tot de inhoud. En ik vrees dat er meer lezers zijn die zich daardoor hebben laten afschrikken.
Geweld
9/11 Is de aanjager, de duvelstoejager van de vraag waarom het de moeite waard is om dit ‘ernstig verwaterde ideaal’ van de menselijke waardigheid nieuw leven in te blazen, en wel vanwege de geweldloosheid waar de geestesadel voor staat.
In de woorden van Riemen zelf: ‘Feit is dat één elementaire beschavingsnorm nog steeds geldt: er is geen geweld nodig om politieke veranderingen tot stand te brengen.’ en ‘De horror van 11 september, dit gruwelijke begin van de eenentwintigste eeuw, zou iedereen moeten doen beseffen dat onze menselijke waardigheid op het spel staat, en die mogen we nooit verliezen.’
Veel intellectuelen verheerlijkten na 9/11 de terreur en het geweld, iets wat telkens weer lijkt te gebeuren. Een verheerlijking die de essayist een doorn in het oog is, want in strijd met alles waar hij voor staat: ‘Het is het verraad der intellectuelen, maar ook dat is sinds de twintigste eeuw helaas niet nieuw’, schrijft hij cynisch. Op dat moment wordt duidelijk dat het Riemen niet louter te doen is om een eerherstel van de humaniora, maar dat hij met zijn essays ook politieke relevantie nastreeft.
Politieke crisis
Dat wordt eens te meer duidelijk in het boek dat Riemen een jaar na Adel van de geest publiceerde, De eeuwige terugkeer van het fascisme (2010). In dit pamflet signaleert en beschrijft Riemen de beschavingscrisis van de twintigste eeuw die tot onze huidige tijd voortduurt.
Die beschavingscrisis staat niet op zichzelf, maar heeft ook politieke gevolgen, de beschavingscrisis vormt namelijk de voedingsbodem voor een politiek klimaat waarin het fascisme kan opbloeien. In de woorden van Riemen: ‘Dit zijn de gecorrumpeerde elites die de geestelijke leegte cultiveren waarin het fascisme weer groot kan worden.’
De beschavingscrisis en de politieke crisis kunnen, met andere woorden, niet los van elkaar gezien worden; ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ontkoppel je de twee crises, dan mis je de essentie van Riemens betoog.
In de kritieken is echter precies dat gebeurd. Zo richtte de kritiek zich bij Adel van de geest voornamelijk op de (on)houdbaarheid van het beschavingsideaal als cultureel ideaal, met voorbijgaan aan de politieke implicaties van zijn betoog. Ten aanzien van het pamflet richtte de kritiek zich daarentegen met name op de juistheid of onjuistheid van Riemens politieke analyse, met voorbijgaan aan zijn analyse van de geestelijke armoede van onze tijd.
Net als in Adel van de geest is in De eeuwige terugkeer van het fascisme het woord ‘geweld’, of beter: ‘geweldloosheid’, het woord dat beide crises met elkaar verbindt; het is als het ware het scharnierpunt van Riemens betoog. Zijn in Adel van de geest de aanslagen van 11 september 2001 het soort gewelddadige (politieke) oplossing waar hij van gruwt, in De eeuwige terugkeer van het fascisme staat de PVV symbool voor een politiek denken en handelen dat het beschavingsideaal aan zijn laars lapt, en dat precies daarin fascistisch, anti-humanistisch is. Het fascisme is, aldus de essayist, ‘een politiek fenomeen dat we nu mogen omschrijven als de politisering van de geestesgesteldheid van de rancuneuze massamens’.
(Het gebruik van) geweld als politiek antwoord, als absolute tegenpool van beschaving, dát is waar Riemen ons voor wil waarschuwen. En precies daarom is het beschavingsideaal ook voor onze tijd van belang. Niet omdat de PVV geweld predikt of verheerlijkt – dat doet de ‘partij’ niet –, maar omdat het huidige politieke klimaat krachten kan mobiliseren die gewelddadige confrontaties niet uitsluiten of voorkomen. Hoe oneens iemand het verder ook is met Riemens betoog, alleen de allergrootste cynicus kan het voor zichzelf verantwoorden dáár de ogen voor te sluiten.
Liesbeth Eugelink is schrijver, essayist en criticus. Haar werk beweegt zich op de grens van literatuur en filosofie.