Bildung

Giambattista Vico

In zijn rede – uitgesproken aan de koninklijke universiteit van Napels – bij de opening van het academisch jaar in 1708 – stelt Giambattista Vico de vraag welke methode nu het meest geschikt is om de waarheid te achterhalen: de nieuwe door Descartes beleden, methode met haar nadruk op de ratio, en de natuurwetenschappelijke waarheden, of de humanistische cultuurstudie van de klassieken met hun wijsheidsideaal. Vico verwelkomt het kritische inzicht van de modernisten maar pleit tegelijk voor het niet verontachtzamen van het culturele geheugen, de welsprekendheid, de morele en historische kennis. Tegelijk waarschuwt hij voor de scheiding der wetenschappelijke disciplines: ‘Het onderwijs is hierdoor zo verbrokkeld en vaak ook zo slecht dat leerlingen op deelgebieden soms zeer geleerd mogen zijn, maar dat ze over het geheel normen  en dat is toch de bloem van de wijsheid – geen gedegen opleiding hebben genoten.’

 

De universiteiten kennen het ideaal van Vico – het universitas-ideaal – niet meer. Zij worden bevolkt door specialisten, die heel veel van heel weinig weten; en de zorg om een gedegen opleiding heeft plaatsgemaakt voor een droefgeestig streven naar ‘studeerbaarheid’. Anderzijds klinkt in de intellectuele wereld de al te luide stem van de media-simplisten die van alles heel weinig weten, en toch met de grootste stelligheid hun meningen verkondigen.

 

Het cultuurfilosofisch tijdschrift Nexus biedt ruimte aan een pluriform streven naar waarheid, opdat in het collectieve geheugen de morele en historische kennis niet wordt veronachtzaamd.

Aanbevolen

Giambattista Vico, Over aard en doel van de moderne wetenschap, 1708.

George Steiner, Universitas?, 2012.